Geplaatst op Geef een reactie

Zwaargewicht

De jongen die me inwerkt in de lijmfabriek trekt de stalen kar met de enorme zak behangplakpoeder naar de weegschaal die in de vloer is ingebouwd, en ik duw.

‘Zo istie goed,’ zegt hij. Dan kijken we samen naar wat er op de display staat. ‘1050 kg’ Hij wijst op de kar en ik zie een sticker waar ‘50 kilo’ op staat.

‘De kar is vijftig kilo,’ zegt hij. ‘Dat moeten we van het totale gewicht aftrekken.’

Hij wijst op het formulier dat hij in zijn hand heeft naar het vakje waar ‘netto gewicht’ bij staat.

‘En dan moeten we dat daar invullen.’

Hij geeft het formulier en de pen aan mij, en zoekt dan in de laadjes van het kastje dat naast de weegschaal staat. Al snel heeft hij een rekenmachine gevonden. Hij kijkt op de display van de weegschaal, typt dan zorgvuldig 1-0-5-0 op de rekenmachine in. Dan drukt hij op de min, daarna kijkt hij naar de kar, waarna hij 5-0 intypt. Hij leest wat er staat.

‘Duizend kilo,’ zegt hij tegen mij. ‘Schrijf maar op: één, nul, nul, nul.’

Ik kijk naar het blaadje waar ik al gelijk 1000 op had ingevuld toen ik het in handen kreeg. De jongen kijkt me verwachtingsvol aan. Dan schrijf ik netjes één, nul, nul, nul over de cijfers die er al staan. Hij neemt het blaadje over, kijkt en knikt tevreden.

‘Nu vullen we de doosjes,’ zegt hij. ‘Is niet moeilijk hoor. Je leert het zo.’

Geef een reactie