Geplaatst op Geef een reactie

Schoonmaken

‘Ik moet je iets bekennen,’ zegt ze onverwacht. Ik kijk op van mijn strijkwerk. Ze staart naar de grond vanaf de bank waar ze zit, omringd door dossiermappen van haar werk.

‘Een tijdje geleden is het begonnen. Ik merkte…’

Ze is stil. Ik schrik. Wat is er aan de hand? De laatste tijd is ze anders gaan doen. Door de week is ze altijd gezellig en vrolijk, en vanaf vrijdag is ze geïrriteerd over alles. Bijna elk weekend beginnen we met ruzie. Mijn paranoïde brein dacht dat ze misschien aan het sjanzen was met die nieuwe collega waar ze het zo vaak over had gehad.

‘Wat is er schatje?’ zeg ik. Ik zet de strijkbout rechtop.

‘Ik, ik,’ ze kijkt even naar me, dan weer weg.

‘Weet je, ik had je verteld dat ik het niet meer red met het huishouden nu ik dat nieuwe project moet leiden op mijn werk.’

Ze had verteld over hoe trots ze is dat ze de verantwoordelijkheid heeft gekregen over een compleet project. Ik begrijp dat, nu ze eindelijk het doel heeft bereikt waar ze al jaren mee bezig is, ze dat heel erg serieus neemt. Daarom vind ik het niet erg dat ze er ook buiten werktijd mee bezig is. Tot laat in de avonden liggen de dossiers op tafel en zit ze over de computer gebogen. Dat soort periodes heb ik ook wel eens.

‘En ik had je gevraagd of je meer kon doen, of je wat taken kon overnemen.’

Ja, dat vroeg ze inderdaad, maar ik heb het altijd druk met mijn werk, zeker nu, tijdens de afronding van het financiële jaar! En ik heb natuurlijk de training voor de marathon, waar ik al een jaar mee bezig ben. Toen we hier kwamen wonen hebben we duidelijk afgesproken wie wat ging doen in het huishouden, en daar wil ik me graag aan houden. Anders heb ik geen overzicht.

‘Toen herinnerde ik me ineens wat jouw moeder had gezegd, over je vader.’

Ik weet niet waar ze het over heeft. Wat had ze van mijn moeder gehoord?

‘Dat ze als ze wilde dat je vader aan de slag ging met jullie schuur, waar het vaak zo’n zooitje was, dat ze dan over kleine dingen ging zeuren…’

Nog steeds is het niet helemaal duidelijk wat ze bedoelt. Maar er bekruipt me wel een vreemd gevoel.

Ze zucht.

‘Je moeder zei dat je vader dan uit boosheid de schuur ging opruimen en allemaal dingen ging regelen waar zij al lang om gevraagd had en waar je vader nooit tijd voor had. In ieder geval waarvan hij zéi dat hij er geen tijd voor had.’

Wat?

‘Sorry,’ zegt ze.

‘Wat?’ zeg ik.

‘Daarom doe ik elke vrijdag zo chagrijnig,’ zegt ze. ‘Ik ben het niet echt.’

‘Maar…’ zeg ik.

‘Ik voel me er echt héél lullig over!’

‘Dus…’

‘En eigenlijk, als je het goed bekijkt, heb je dus wél tijd om te strijken en de was te doen. Je hebt het helemaal niet te druk. En je bent ook niet te moe. Als je maar boos bent, dan lukt het je wel.’

‘Dus je doet elke vrijdag boos omdat ik dan ga schoonmaken?’

Ze knikt.

 

Ik denk er even over na, dan moet ik lachen.

‘Toen je begon met praten, zo serieus… Ik zag dat je je ergens heel erg schuldig over voelde! Dus ik dacht: die heeft iets gekregen met een ander, met die Timo ofzo, die nieuwe jongen op je werk.’

 

Haar gezicht betrekt.

‘Ja, dat is het andere waar ik het met je over wil hebben.’

Geplaatst op Geef een reactie

Zuipen

Ik had nooit gedacht dat ik mijn vriendin op zoiets smerigs zou betrappen. In Amerikaanse films komt het regelmatig voor, dat ouders hun kinderen het zien doen, en dat deze opstandige pubers de verontwaardiging van hun ouders negeren, alsof wat ze deden een normale handeling is, totaal niet onhygiënisch, en dat oude mensen zich er niet mee moeten bemoeien.

‘Gadverdamme,’ zeg ik dan ook hartgrondig. Ze gaat er gewoon mee door, terwijl ze me ziet kijken! Ding aan haar mond en ze klokt het zo naar binnen terwijl ze naar het plafond staart. Pas na een paar gulzige slokken stopt ze er mee. Ze kijkt me tegelijk betrapt maar ook uitdagend aan terwijl ze met haar vingers haar lippen droog veegt.

‘Doe je dat vaker?’ vraag ik haar, in de hoop dat ze ‘oeps’ zegt of ‘ik wilde het eens proberen’. Ze draait de dop er op.

‘Altijd al,’ zegt ze.

‘Dus de afgelopen zes jaar, dat we een relatie hebben…’

‘Ja,’ zegt ze, ‘ook die zes jaar.’

Dan doet ze de koelkast open en zet ze het pak melk, waaraan ze net had staan slobberen, terug.

‘Je hebt hem niet eens leeg gedronken! Als het nou het laatste beetje was, dat je het lege pak pak daarna weggooit…’

Ze haalt haar schouders op en loopt van me weg, naar de trap. De kleine huilt, boven.

‘Ik ga bij je weg, smeerlap!’ roep ik haar na, en dan lacht ze hard.

Geplaatst op Geef een reactie

Onafgewezen

Ik wil er niet over praten. Ik wil er niet over schrijven. En ik wil absoluut niet dat andere mensen dit te weten komen.

Gisteren liet ik het weer gebeuren. Ik was fijn aan het dansen op muziek die bijna als drum & bass voelde toen een meisje zich omdraaide. Ze was me al opgevallen, een brede glimlach, gracieuze motoriek, leuk gekleed. Ze keek naar me, lachte zelfs, bleef even kijken tot ze mij nerveus terug zag lachen. Toen draaide ze zich weer naar haar vriendinnen, danste verder, maar ik voelde dat ze met haar rug mij in de gaten bleef houden. Koud zweet stond op mijn gezicht en mijn handen, mijn voeten tintelden van de spanning. Praten met haar, dat moest ik.

Dat willen meisjes graag, heb ik vernomen van vriendinnen. Die hebben me meerdere keren met veel geduld proberen uit te leggen dat, anders dan ik denk, meisjes het helemaal niet erg vinden om door mij aangesproken te worden in een dansgelegenheid. Sterker nog, als ze signalen geven zoals aankijken en vrolijk glimlachen, moet ik dat beschouwen als een expliciete uitnodiging.

Het leuke meisje draait zich eventjes om, lacht weer naar me. Ik glimlach, maar van binnen brand ik. Een lange jongen met een gestreept overhemd loopt naar haar toe, praat met haar, maar ze poeiert hem af. Weer kijkt ze naar me.

Ik zeg tegen mijn vriendinnen dat ik niet weet wat ik zeggen moet. Ze stellen me gerust, als zij een jongen leuk vinden, maakt het niet uit wat voor onzin hij op zo’n moment uitkraamt. Later wel natuurlijk, maar dan niet. Misschien wil ze helemaal niet met jongens praten, hou ik ze voor, misschien wil ze gewoon dansen met haar vriendinnen. Verontwaardigd over mijn naïviteit schudden ze hun hoofd. Denk je nou echt dat we ons uren lang, met veel zorg en aandacht, aankleden en optutten om alleen maar een beetje te gaan dansen?

Het is een kwestie van durf, en dat heb ik niet, niet hier, niet in deze situatie. Kijkend naar haar rug vreet het me op dat ik weet dat ik weg ga zonder een telefoonnummer, zonder een gesprek, zonder een afwijzing zelfs.

Als ik de danshal verlaat, zie ik haar staan bij de ingang, met haar vriendinnen en een paar jongens. Ze praten vrolijk. Ik loop weg.

Geplaatst op Geef een reactie

De stilte na het kussen

Een verliefd stel stapt in, gaat tegenover mij zitten. Ze hebben elkaar blijkbaar lang niet gezien, kussen, smakken, kleffen, bevoelen elkaar, kreunen zachtjes van genot. Ik til mijn krant hoger op, maar het helpt niet. Het geluid lijkt zelfs helderder, duidelijker te worden door de afwezigheid van beeld.

Mijn krant is uit, en hem zinloos voor mijn gezicht houden doe ik niet. Ik kijk uit het raam, probeer niet te focussen op het spiegelbeeld van het kleffe stel. Dan merk ik dat ze, juist als ze even niet kussen, als ze een adempauze nemen tussen het zoenen en het vasthouden en het kreunen door, als ze alleen maar stil naast elkaar zitten, niet eens naar elkaar kijken, juist dan stralen ze de grootste hoeveelheid verliefdheid uit.