Geplaatst op Geef een reactie

Eén auto

‘Eén auto,’ zeg ik tegen de jongste, die twee grote playmobiel auto’s en een plastic vuilniswagen de trap probeert op te sjouwen. Het is avond en hij moet naar bed.

Hij schreeuwt, probeert ze allemaal vast te houden.

‘Eén auto,’ zeg ik nogmaals, en ik probeer er twee uit zijn sterke knuistjes te trekken. ‘Eén auto of je mag er helemaal geen meenemen.’

Hij laat niks los dus ik pak ze allemaal af. Hij schreeuwt en huilt.

 

Eén avond later. Mijn vrouw heeft net gezegd tegen alle kinderen dat ze naar bed gaan. De jongste zit op zijn hurken bij zijn plastic bak met auto’s. Hij pakt er eentje uit, geeft die aan mij.

‘Eén auto…’ zegt hij en hij pakt de volgende. ‘Eén auto,’ zegt hij, en hij geeft er nog eentje. ‘Eén auto,’ zegt hij bij de volgende en de volgende, en de volgende die hij allemaal aan mij geeft totdat ik er uiteindelijk acht in mijn handen heb.

‘Nu echt naar boven!’ zegt mijn vrouw. De jongste kijkt me tevreden aan, wijst op de auto’s in mijn handen.

‘Eén auto,’ zegt hij en hij loopt langs me, naar de trap, waar hij naar boven klimt. En ik loop achter hem aan, met allemaal één auto’s in mijn handen.

Geef een reactie