Geplaatst op Geef een reactie

Zitschuld

De Turkse jongen staat op om de Marokkaanse vrouw te helpen haar kinderwagen uit de tram te tillen. Snel gaat de Nederlandse man op zijn plek zitten, in de verder overvolle tram. De teleurgestelde blik van de jongen ontwijkt hij.

Geplaatst op Geef een reactie

Geen Licht

Een jongen van een jaar of twaalf, gebreide muts, iets te grote fiets, houdt zich vast aan het paaltje met de knop voor het stoplicht. Hij drukt er ongeduldig op, kijkt naar het stoplicht. Ik kijk mee, en zie dat het licht uit staat. De verkeerslichten voor de auto’s en voetgangers staan ook uit, zie ik. De jongen blijft hoopvol naar het stoplicht kijken. Ik fiets langs hem.

“Hij is al groen hoor,” roep ik, en ik realiseer me dat dat niet waar is.

De jongen gaat op de pedalen staan, helemaal klaar om door te fietsen, kijkt dan naar het stoplicht, schrikt van wat hij ziet en zet zijn voeten zo vlug weer op de grond dat hij bijna omvalt.

Ik fiets door. Aan de andere kant van de drukke weg stop ik, en kijk om. De jongen drukt driftig op het knopje, en kijkt naar het verkeerslicht dat niet groen kan worden.

Geplaatst op Geef een reactie

Nazi-katten

‘Oh, wat een líefjes!’ zegt ze verrukt, en ze wijst op de straatkatten.
De katten zijn mager, vies, missen stukken oor of staart, sommigen hebben met vuiligheid dichtgeplakte ogen.
‘Dat weet je niet,’ zeg ik, ‘of ze lief zijn. Misschien zijn het wel kleine nazi-katten.’
Ik kijk naar de katten, zie ze zitten met één pootje strak uitgestrekt. ‘Mie…heil!’ zeggen ze. Dan kijk ik weer naar haar. Ze schudt haar hoofd en zucht.

Geplaatst op Geef een reactie

Piet

Winter, een dag voor Sinterklaas.

De oude dame houdt de winkeldeur open voor het stelletje.
‘Kom maar binnen met je knecht,’ roept ze vrolijk tegen het blonde meisje dat als eerste naar binnen komt. Dan ziet ze de zwarte krullen en het donkere gezicht van het vriendje. Verschrikt slaat ze een hand voor haar mond. Het vriendje lacht hard.

Geplaatst op Geef een reactie

Jonge Meisjes

De H&M, op een drukke zaterdagmiddag. Twee meisjes van een jaar of dertien staan in de rij voor de kassa. Een netjes geklede oudere dame spreekt ze aan.
‘Kunnen jullie me misschien vertellen waar de jonge meisjes afdeling is?’ vraagt ze.
De meisjes kijken haar aan, denken na.
‘Eh, nee mevrouw, jonge meisjes-afdeling, nee, dat weet ik eigenlijk niet,’ zegt de ene. Dan gaat er bij het andere meisje een lichtje branden. Ze geeft haar vriendinnetje een duw, en lacht.
‘Haha! Ze bedoelt ons! Jonge meisjes, dat zijn wij!’ En gezamenlijk wijzen de jonge meisjes de dame waar ze heen moet.

Geplaatst op Geef een reactie

REM

Twee Arabische bouwvakkers staan, dik ingepakt tegen de kou en de snijdende wind, naast hun busje. Ze stampen met hun voeten en wrijven hun gehandschoende handen om nog een beetje warmte te voelen. De jongste bouwvakker gooit een voorwerp hard op de grond, het spettert uit elkaar, een stuk ijs, of misschien iets van glas. Hij lacht erom. Dan wordt de aandacht van de oudste gevangen door een liedje op de autoradio, hij reikt over de stoel het busje in om de muziek harder te zetten, veel harder. Dan, heel voorzichtig, dansen ze op het ritme van de muziek, en als het refrein komt, zingt de oudste bouwvakker vol overgave, vals en luidkeels mee.
‘Everybody hurts… Sometimes.’

Geplaatst op Geef een reactie

Kussen

Ik word wakker, zie met slaperige ogen mijn lief en kus haar, één keer, twee keer. Dan voelt haar huid vreemd pluizig en ik stel scherp. Het was haar kussen dat ik kuste.
‘Ik kuste jouw kussen,’ zeg ik.
Ze opent haar ogen.
‘Wat is er met Henkie?’ vraagt ze geschrokken, en we vallen weer in slaap.

Geplaatst op Geef een reactie

Dingen die je niet zegt tegen je ex

Ik kwam vandaag een meisje tegen bij de groenteboer, en haar gezicht leek best veel op de jouwe. Haar motoriek was ritmisch en zenuwachtig tegelijkertijd, net als die van jou, en toen ze sprak hoorde ik jou praten. Ook haar natte haar glom hetzelfde als jouw haar, als je net uit de douche komt, en volgens mij gebruikt ze dezelfde shampoo. En toen ze met me praatte, flirtte ze met mij, net als jij, ooit.

Ik werd gewoon geil bij de groenteboer, en dat heb ik normaal nooit.

Geplaatst op Geef een reactie

Op de top

Ik zag een man een steile brug opfietsen, zijn kind veilig in het stoeltje op de stang, tussen de grote armen van zijn vader. De vader had al zijn kracht en de aanmoedigende kreten van zijn kleine nodig om de brug op te komen.

Op de top stonden ze stil, vader hijgde uit, kind keek trots juichend naar de wereld, armen in triomf geheven. Toen glimlachte de man en ging weer op de pedalen staan.

 

Geplaatst op Geef een reactie

Gesloten

Twee muizige dertigers, man en vrouw, staan tegenover elkaar in de sneltram. Ze kijken elkaar aan, zeggen niets. Hij steekt zijn arm uit, strekt zijn vingers om haar elleboog aan te raken. Zij trekt bruusk haar arm terug, ver, ver weg, alsof de aanraking pijn zou doen.

Later zie ik ze weer, op het station. Ze lopen naast elkaar over het perron. Hij houdt zijn open hand achter de hare zodat hij deze bijna kan pakken, bijna aan kan raken. Zij loopt in dezelfde pas naast hem, haar hand vlak bij de zijne, maar neemt de uitnodiging niet aan. Haar hand blijft gesloten.

Geplaatst op Geef een reactie

De stilte na het kussen

Een verliefd stel stapt in, gaat tegenover mij zitten. Ze hebben elkaar blijkbaar lang niet gezien, kussen, smakken, kleffen, bevoelen elkaar, kreunen zachtjes van genot. Ik til mijn krant hoger op, maar het helpt niet. Het geluid lijkt zelfs helderder, duidelijker te worden door de afwezigheid van beeld.

Mijn krant is uit, en hem zinloos voor mijn gezicht houden doe ik niet. Ik kijk uit het raam, probeer niet te focussen op het spiegelbeeld van het kleffe stel. Dan merk ik dat ze, juist als ze even niet kussen, als ze een adempauze nemen tussen het zoenen en het vasthouden en het kreunen door, als ze alleen maar stil naast elkaar zitten, niet eens naar elkaar kijken, juist dan stralen ze de grootste hoeveelheid verliefdheid uit.

Geplaatst op Geef een reactie

Boef

Hij wijst naar de sloot naast het kronkelige, nauwelijks verharde plattelandsweggetje.
‘Daar kwamen we met de auto in terecht, ondersteboven.’ Zijn accent is laag, plakkerig, alsof het vast zit aan de vette Friese klei.
‘We waren een beetje aan het scheuren, ‘s nacht, en toen slipte ik daar,’ weer wijst hij, ‘en sloegen we over de kop. Hier kwamen we tot stilstand.’
Dan grijnst hij breed.
‘En weet je wat mijn vriendin toen zei? Toen we ondersteboven in de sloot lagen en steeds dieper wegzakten? Ze wees naar de voorruit en zei; ‘Heej! Een kikker!’
We lachen.
‘Later is ze nog terug gezwommen naar de auto om de boodschappen uit de kofferbak te halen,’ zegt hij, en hij kijkt trots.
We zien haar pas een paar uur later voor het eerst, als ze terugkomt van een voetbalwedstrijd. Ze is klein en charmant, maar we begrijpen allemaal waarom hij haar ‘Boef’ noemt.