Geplaatst op Geef een reactie

Volle bak

Het duurt even voordat mijn ogen gewend zijn aan het daglicht, maar dan zie ik wie er net aanbelde

‘Wat tof dat je langskomt!’ zeg ik. Ik ben oprecht blij, ook al probeert mijn knetterende koppijn alle positieve emoties weg te duwen.

Haar kater is natuurlijk ook heftig. Lachen lukt niet.

‘Je bent wat vergeten hè,’ zeg ik tegen haar terwijl ik voor ga door de gang naar het souterrain waar we die nacht ervoor flink hebben gefeest met het halve studiejaar.

‘Ja,’ zegt ze.

‘Geen probleem hoor! Het is er nog, precies zoals je het achterliet.’

Ik kijk even om. Ze begrijpt niet wat ik bedoel.

Dan staan we voor de wasbak in de keuken waar haar veelkleurige kotsklonten van de nacht ervoor nog rustig ronddobberen. Ze had blijkbaar net als alle andere gasten mijn couscoussalade gegeten, met drie kleuren paprika, zwarte olijven en rozijnen. Ook van de tzaziki en de hamburgers had ze meegesmikkeld, zag ik nu. Ik wees alles wat ik herkende even aan.

‘Maar heel tof dat je het zelf komt opruimen,’ zeg ik.

‘Eh. Ik kom eigenlijk gewoon voor mijn trui,’ zegt ze. Ze grist haar trui van de kapstok en doet een paar stappen naar achter. Dan draait ze zich om en rent de trap op. Boven hoor ik haar kokhalzen in de douche.

Een minuut later slaat de voordeur dicht. Maar dan ben ik al tien scheppen met een grote bierpul verder en is de wasbak zo goed als leeg. Tip voor mijn volgende feestje: een teil in de wasbak!