Geplaatst op Geef een reactie

Lakenwind

‘Oh als je hem een kusje gaat geven,’ zegt mijn vriendin, ‘hij vindt het fijn als je het laken nog een keer over hem heen, eh, drapeert.’

Ze doet voor hoe ik dat moet doen, een soort tafelkleed uitkloppen, handen snel omhoog brengen en dan rustig naar beneden laten gaan.

Ik begrijp wat er van me verwacht wordt, ga naar boven en kus mijn zoon goedenacht.

‘Nog een keer laken zó doen?’ vraagt hij en dan wappert hij met zijn handjes. Ik pak het laken beet aan twee punten, til het op en sla het dan boven hem uit.

En dan weet ik het weer, door de gelukzalige blik op zijn gezicht en het zachte geluid van het laken dat een halve tel door de lucht zweeft en dan langzaam dalend de warme nazomerlucht wegperst zodat er een koel windje over de oververhitte huid van mijn zoon aait. Ik weet het weer dat mijn moeder dat ook voor mij deed toen ik klein was, dat zij ook het laken over me heen liet zweven zodat even een frisse wind mijn lichaam kon afkoelen.

‘Nog een keer,’ zegt mijn zoon.

En ik doe het nog een keer.

Geef een reactie