Geplaatst op Geef een reactie

Aan de pols

‘Wat heb jij nou gedaan?’ vraag ik. Ik wijs naar het verband om de pols van de man die de lekkage in mijn badkamer aan het repareren is. Hij lacht schaapachtig.

‘Ik heb mijn pols doorgesneden. Met een stanleymes.’ Hij doet voor met zijn vinger; een korte snelle lijn over het verband. Ik schrik.

‘Ik was tapijt aan het leggen, bij kennissen van mijn ouders,’ zegt hij, ‘Samen met een maat van me. Bij de verwarming zat zo’n lastig stukkie, je weet wel, moet je een bocht maken in het tapijt, komt die maat van me binnen, vraagt of ik nog koffie wil. Schiet ik zo uit.’

‘Wow,’ zeg ik. ‘En toen?’

‘Ik merkte niks, deed helemaal geen pijn ofzo,’ zegt hij, ‘maar hij werd zo bleek als, zo bleek als deze,’ hij wijst naar een badkamertegel, ‘en hij wees naar mijn arm. Zag ik het bloed er zo ‘floemp floemp’ uit spuiten! Dus ik zeg tegen hem, haal jij even een handdoek, want anders zit dadelijk heel het tapijt onder. Vond hij niet zo belangrijk. Gelukkig. Afijn, snel met de ambulance naar het ziekenhuis, hebben ze de boel dichtgenaaid, pezen hersteld enzo. Zijn ze zes uur mee bezig geweest.’

‘Heftig,’ zeg ik. Hij kijkt naar zijn pols.

‘Ik kan er nog steeds niet alles mee. Kijk, deze en deze vinger,’ hij beweegt zijn wijs- en ringvinger, ‘krijg ik niet meer zo ver.’

‘Maar je leeft nog. Als je daar in je eentje had gewerkt…”

Hij knikt, kijkt van zijn vingers naar zijn pols.

‘Daar staat de naam van mijn ex. Op mijn pols, waar ik snee. Deed teringzeer toen ze dat erop zetten. Maakte ik nog een grap van: niet uitschieten hoor, anders raak je mijn ader en bloed ik dood om een meisje.’ Hij lacht wrang.

‘Weet je wat nou het stomste was? Omdat ze nèt die week bij me weg was gegaan, dachten sommige mensen dat ik mezelf had..! Jeweetwel.’

‘Nou ja!’ zeg ik.

‘Ja, inderdaad. Alsof ik mezelf van kant zou maken voor een meisje! Gekke mensen…’

Hoofdschuddend buigt hij zich weer over zijn werk. Hij tikt met een hamer en een beitel een paar tegels weg. Ik kijk mee.

‘Doe je voorzichtig? Anders moet ik dadelijk al je bloed opdweilen,’ zeg ik.

Hij lacht een beetje en werkt dan rustig verder.

Geef een reactie