Geplaatst op Geef een reactie

Geheim Agent

Hij herkent me meteen, ook al is het jaren geleden dat we samen in het eerste jaar van de studie zaten. Hij is niet verrast als ik hem vertel dat ik aan een schrijfopleiding ben begonnen.
‘Die opleiding wilde je toen al doen,’ zegt hij.
‘Echt waar?’ zeg ik. Ik kan dat me niet herinneren. Hij knikt.
‘Goed dat je bent gaan doen waar je hart ligt,’ zegt hij.
‘En jij dan?’ vraag ik hem.
‘Ik ben agent geworden. In Enschede, alleen daar was plek op de academie.’
‘Tof,’ zeg ik.
‘Het eerste jaar was ik undercover, maar toen werd ik te bekend in de regio.’
Hij wrijft over zijn kin, waar me nu pas het flinke litteken opvalt.
‘Ik was als een van de eerste bij de vuurwerkramp. Raakte gewond, zijn een paar foto’s van me in de krant gekomen, op tv zelfs. Toen kon ik dat werk niet meer doen.’
‘Ben je nog steeds agent?’ Hij haalt zijn schouders op.
‘Zoiets,’ zegt hij. Dan kijkt hij me aan.
‘Zin om even een biertje te gaan drinken?’
‘Oh shit, ja, zin wel maar ik heb,’ even kijk ik naar de Westertoren, ‘ik heb vijf minuten geleden een afspraak.’ Meteen stap ik op mijn fiets.
‘Jammer,’ zegt hij. Even ontstaat bij mij de gedachte dat hij nog steeds undercover agent is, en dat hij mij als onderzoeksobject heeft. Dan realiseer ik me dat ik volstrekt oninteressant ben, op welk crimineel vlak dan ook.
‘Jammer,’ zegt hij nogmaals. Ik sla hem vriendschappelijk op de schouder.
‘Veel succes agent,’ zeg ik.
Hij lacht even.
Als ik halverwege de straat ben, kijk ik achterom. Hij staat nog steeds waar ik hem achterliet, heel stil.